Bindende gedragscode    

Delta Quality Products & Services

  Hèt verschil in kwaliteit!
   

De gedragscode van de Register Informaticus

 

 

Gedragscode en gedragsregels

Gedragscode

U mag zich registerinformaticus noemen na toelating tot de VRI en de gelijktijdige inschrijving in het Register van Informatici. Uw inschrijving impliceert dat u vastgestelde normen van kwaliteit en integriteit wilt volgen en een bijdrage wilt leveren aan een constructieve ontwikkeling en toepassing van de informatica. Een registerinformaticus is herkenbaar als iemand die zijn/ haar vak deskundig en verantwoord uitoefent. Een informaticus die zijn/ haar eigen her- en bijscholing serieus neemt en die kan worden aangesproken op de naleving van de Gedragscode. En daar heeft iedereen profijt van: opdrachtgevers, klanten, gebruikers van geautomatiseerde informatiesystemen en uiteindelijk de registerinformaticus zelf.

Hierna volgt de complete gedragscode:

Preambule

De VRI-Gedragscode is ontwikkeld om te fungeren als een evoluerend denk-, handelings- en toetsingskader voor personen, die in hun beroepsuitoefening op gebieden van de informatica herkenbaar willen zijn als Registerinformaticus.

De VRI eist van de Registerinformaticus dat hij handelt in overeenstemming met de Code. Hij geeft daarmee aan een bijdrage te willen leveren aan een constructieve ontwikkeling en toepassing van de informatica. Hij onderwerpt zich aan uitspraken van de Geschillenkamer van de VRI zoals die kunnen worden gedaan overeenkomstig de bepalingen in de Statuten.

Code
'Bij mijn handelen als informaticus zal ik steeds het belang van de samenleving in al haar facetten positief dienen. Ik heb mij daarom laten registreren in het Register van Informatici. Ik geef daarmee te kennen dat ik als zodanig publiekelijk herkenbaar wil zijn en aangesproken wil worden op de Gedragscode.'

Gedragsregels

  1. De RI dient zich te allen tijde als zodanig herkenbaar op te stellen.
  2. De RI dient zich bewust te zijn van de gevolgen van zijn handelen voor de samenleving.
  3. Bij zijn werkzaamheden dient de RI te handelen in overeenstemming met het belang van de opdrachtgever.
  4. De RI dient zich voortdurend te richten op het leveren c.q. bereiken van kwalitatief hoogwaardige diensten, bijdragen of resultaat.
  5. De RI dient de gegevens die in het kader van de opdracht verkregen zijn vertrouwelijk te behandelen en deze alleen te gebruiken voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt.
  6. De RI dient zodanig te handelen in het kader van de opdracht dat zijn handelwijze voortdurend toetsbaar is.
  7. De RI dient zodanig te handelen, dat hij het aanzien van zijn beroep en beroepsgenoten niet schaadt.
  8. De RI dient niet (mee) te werken aan het tot stand komen van informatiesystemen waarvan de toepassing overeenkomstig een vooropgezette bedoeling personen of instellingen dan wel het algemeen belang schaadt of strijdig is met het recht.
  9. De RI dient zich bij de uitoefening van zijn beroep rekenschap te geven van de grenzen van zijn kennis en kunde.
  10. De RI dient zich voortdurend op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied, waarop hij zich als deskundige profileert.

Overal waar hij, hem of zijn staat, moet ook zij, haar of haar van de vrouwelijke informatica collega gelezen worden.

Toelichting op de regels

Algemene toelichting.

Indien een RI zich niet gedraagt conform de Gedragscode, moet hij kunnen worden gehouden aan de verplichtingen uit hoofde van zijn inschrijving in het Register van Informatici Een ieder die meent dat de RI in strijd met de Gedragscode handelt of heeft gehandeld kan een klacht aanhangig maken bij de Geschillenkamer van de VRI.

De Geschillenkamer heeft de bevoegdheid ten aanzien van een RI een uitspraak te doen die varieert van een berisping tot het royeren uit het Register, al of niet gecombineerd met publicatie. De uitspraak van de Geschillenkamer kan steun verlenen bij een eventueel te volgen civiele procedure.

 

1. De RI dient zich te allen tijde als zodanig herkenbaar op te stellen.

De toepassing van de informatica neemt steeds verder toe. Als gevolg daarvan is de informaticus bij een toenemend aantal ontwikkelingen betrokken. Het is daarom belangrijk te weten op welke wijze een informaticus met zijn kennis en kunde omgaat en of hij zich expliciet verplicht heeft aan normen en regels te houden.

Aangezien de RI zich verplicht heeft in zijn functioneren als informaticus vooraf gestelde normen van kwaliteit en integriteit te volgen, moet hij voor zijn omgeving als RI herkenbaar zijn.

De RI zal in alle voorkomende gevallen de toepassing van de regels van de Gedragscode voorstaan en uitdragen.

Ten behoeve van de herkenbaarheid wordt ten minste van de RI verwacht;
- dat hij op zijn zakelijke correspondentie de letters RI achter zijn naam plaatst;
- dat hij in contracten, dan wel in als zodanig geldende brieven, een tekst opneemt waarin staat vermeld dat hij zal handelen in overeenstemming met de Gedragscode;
- dat hij zijn opdrachtgevers een gedrukt exemplaar van de Gedragscode met Toelichting ter beschikking stelt.

 

2. De RI dient zich bewust te zijn van de gevolgen van zijn handelen voor de samenleving.

Toepassing van informatica en daarmee het werk van de RI brengt fundamentele veranderingen teweeg in de samenleving in het algemeen en organisaties in het bijzonder. Door het in gebruik nemen van informatiesystemen zijn werk, organisatie en samenwerkingsverbanden niet meer dezelfde als voorheen. Wijzigingen in functie en taakinhoud van functionarissen worden meestal overwogen. Consequenties hiervan voor het aanzien van het desbetreffende werk en daarmee samenhangende veranderingen in de maatschappelijke positie van betrokkenen, worden veelal buiten beschouwing gelaten of zelfs niet onderkend. De RI moet ook dergelijke aspecten betrekken bij het realiseren van informatiesystemen. Het is de plicht van de RI om de opdrachtgever(s)op deze aspecten te wijzen.

Evenzo moet de RI zich vergewissen van de mogelijkheden van misbruik van de door hem te realiseren informatiesystemen. De kans dat een toepassing anders wordt aangewend dan waarvoor die wordt opgezet, kan reden zijn die toepassing niet te (doen) ontwikkelen.

Om te voorkomen dat de toepassing van technologieën een te sterk autonoom karakter heeft moet veel aandacht worden besteed aan te verwachten effecten. Anderszins moet de RI alert zijn op situaties waarin toepassing van informatietechnologie verbetering kan brengen in omstandigheden, personen, organisaties en of de samenleving. Het stimuleren van toepassingen behoort evenzeer tot de ethiek van de RI.

Allerwegen is het van groot belang dat de RI steeds expliciet is over zijn overwegingen om het initiatief te nemen tot het ontwikkelen, realiseren en beheren van informatiesystemen, dan wel om zulks juist na te laten.

 

3. Bij zijn werkzaamheden dient de RI te handelen in overeenstemming met het belang van de opdrachtgever.

De RI wordt door zijn opdrachtgever ingeschakeld als specialist. Door gebrek aan tijd, kennis, kunde, kwaliteit of enig andere reden, is de opdrachtgever niet in staat zijn belangen in voldoende mate zelf te behartigen. De RI zal hem daarom met raad en daad bijstaan opdat hij op enig moment zelf de juiste beslissingen kan nemen.

Mocht de opdrachtgever handelen of beslissen in strijd met adviezen van de RI, dan dient de RI de consequenties van het niet opvolgen van zijn raad te expliciteren. Dit kan de RI aanleiding geven de opdracht te beëindigen omdat het belang van de opdrachtgever strijdig is met de Gedragscode.

 

4. De RI dient zich voortdurend te richten op het leveren c.q. bereiken van kwalitatief hoogwaardige diensten, bijdragen of resultaat.

Iedere RI dient een opdrachtgever voor diens geld een product of dienst te leveren in overeenstemming met de verwachtingen van de opdrachtgever. Het is daarom noodzakelijk dat hij zich vergewist van de verwachtingen. De RI is derhalve verplicht kwaliteitseisen en meetpunten te definiëren.

Aangezien achteraf toetsen slechts tot goed- respectievelijk afkeuring kan leiden, moet de RI voortdurend bezig zijn met het aspect kwaliteit.

Ondanks het feit dat in eerste instantie het kwaliteitsaspect slechts tot verhoging van de ontwikkelingskosten leidt dient de RI zich volledig In te zetten om het kwaliteitsaspect bij de opdrachtgever te propageren en te wijzen op het exploitatiekostenverlagende effect op de lange termijn. Hierdoor wordt er iets geleverd, dat ook op de lange termijn aan de verwachting van de opdrachtgever beantwoordt.

 

5. De RI dient de gegevens die in het kader van de opdracht verkregen zijn vertrouwelijk te behandelen en deze alleen te gebruiken voor het doel waarvoor ze verstrekt zijn.

De aard van de werkzaamheden van een RI eist vaak kennisname van en/of inzage in gegevens die de eigenaren, respectievelijk degenen waarop ze betrekking hebben, als vertrouwelijk beschouwen. Het is ethisch onverantwoord tegenover mensen en instellingen deze gegevens voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor ze verstrekt zijn, respectievelijk er onzorgvuldig mee om te gaan, zodat derden er gebruik dan wel misbruik van kunnen maken.

De RI kan door uiterste zorgvuldigheid te betrachten het vertrouwen behouden, winnen of vergroten ten aanzien van de geregistreerde informatici.

Ondanks de niet altijd duidelijk zichtbare privacy-aspecten, respectievelijk het overdreven achten van deze aspecten, dient de RI, gezien het voorgaande, altijd alle verstrekte gegevens vertrouwelijk te behandelen.

 

6. De RI dient zodanig te handelen in het kader van de opdracht dat zijn handelwijze voortdurend toetsbaar is.

Bij de start van een project is het verwachte eindresultaat in de regel wel bekend. Welke eindproducten daartoe opgeleverd dienen te worden is vervolgens daaruit af te leiden.

Aan het einde van de opdracht kan het resultaat getoetst worden aan de eerder omschreven eisen en kan decharge volgen. Het komt evenwel nog al te vaak voor dat (grote) informatiserinqsprojecten mislukken mede doordat tussentijdse evaluatie niet uitgevoerd wordt of kan worden.

De regel wil daarom aangeven dat gedurende het gehele traject van de uitvoering, dus niet alleen aan het einde van de opdracht, het handelen toetsbaar dient te zijn. Op deze manier wordt voorkomen dat de opdrachtgever of cliënt voor verrassingen komt te staan, terwijl hierdoor ook de opdrachtgever of cliënt wordt uitgenodigd te participeren in het proces.

Om te kunnen toetsen zijn criteria nodig. Dit kunnen vooraf overeengekomen (tussen)resultaten of normen zijn die voorschrijven hoe gewerkt dient te worden. Aan de hand hiervan kan beoordeeld worden in welke mate de RI heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het resultaat.

In voorkomende gevallen zal de RI in zijn handelen ook toetsbaar dienen te zijn voor derden en dat in alle openheid, zonder dat deze zich verschuilt achter techniek of jargon.

 

7. De RI dient zodanig te handelen, dat hij het aanzien van zijn beroep en beroepsgenoten niet schaadt.

De uitingen houding en gedrag van de RI worden ingegeven door waardigheid, oprechtheid en integriteit, zodanig dat een harmonieus functioneren bij het uitoefenen van zijn beroep wordt bereikt. Zulks komt onder meer tot uiting door bij het afwikkelen van een taak of een opdracht de belangen van de opdrachtgever te behartigen en niet primair de eigen commerciële belangen veilig te stellen. Daarbij mag verwacht worden, dat een RI geen functies combineert die in het maatschappelijk verkeer gescheiden dienen te worden. Hij dient op verantwoorde wijze om te gaan met de risico’s van de informatica en maatschappelijk aanvaarde tarieven te hanteren.

 

8. De RI dient niet (mee) te werken aan het totstandkomen van informatiesystemen waarvan de toepassing overeenkomstig een vooropgezette bedoeling personen of instellingen dan wel het algemeen belang schaadt of strijdig is met het recht.

Voordat een RI een opdracht aanvaardt, dient hij zich te vergewissen van de vooropgezette doelstelling(en) van het op te leveren product of van de te leveren dienst. Naast de algemene wettelijke maatstaven zijn eigen ethische normen van belang.

Waar gesproken wordt van algemeen belang zal niet iedere RI dezelfde maatstaven hanteren. Hij dient zich echter wel voortdurend bewust te zijn van de effecten, welke zijn beroepsmatige activiteiten veroorzaken en moet zich daarover kunnen verantwoorden.

 

9. De RI dient zich bij de uitoefening van zijn beroep rekenschap te geven van de grenzen van zijn kennis en kunde.

Het vakgebied informatica heeft vele disciplines. Daarvan zal de RI er slechts één of enkele beheersen. Wanneer de RI de grenzen van deze deskundigheden moet overschrijden, of zelfs de grenzen van het vakgebied informatica, zal hij niet aarzelen een beroep te doen op andere deskundigen.

Het kan natuurlijk voorkomen dat de RI gevraagd wordt om zich buiten de grenzen van zijn deskundigheid te begeven of zelf met een voorstel van deze aard komt. Op deze wijze is de RI in staat om zijn kennis of kunde te vergroten. Hierbij is vereist dat expliciete overeenstemming met de opdrachtgever en andere belanghebbenden is bereikt.

 

10. De RI dient zich voortdurend op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied, waarop hij zich als deskundige profileert.

De aan de informatica gerelateerde ontwikkelingen op het gebied van computertechniek, ontwerpmethoden en -technieken voor informatiesystemen, de markt van dienstverleners en dergelijke volgen elkaar in hoog tempo op.

Na de eerste scholing en opleiding neemt de actualiteit van de kennis van de informaticus snel af. Daarnaast zijn er de ervaringen van anderen met middelen en werkwijzen die de informaticus moet kunnen doorgeven aan belanghebbenden. Een 'éducation permanente' is noodzakelijk om op verantwoorde wijze te kunnen inschatten wat nieuwe zaken voor betekenis hebben en waar en hoe ze benut kunnen worden.

 

Begrippen

Informatica is het vakgebied waarin men zich bezighoudt met de automatisering van informatiesystemen en al wat daarmee samenhangt op onder andere de gebieden techniek, sociale, bestuurlijke en bedrijfsorganisatie, mens en maatschappij.

Onder een informaticus wordt verstaan iedere persoon die werkzaam is in het vakgebied informatica.

Onder een Registerinformaticus wordt verstaan iedere persoon die staat omschreven in het Register van Informatici.

Als informatiesysteem wordt beschouwd het geheel van systematisch verzamelen vastleggen, bewerken, weergeven en verstrekken van gegevens, in welke vorm dan ook, ten behoeve van het verkrijgen van informatie.

Een opdrachtgever is een natuurlijke of rechtspersoon die opdracht geeft tot het leveren van diensten of producten.

Cliënt is diegene die een dienst of product van informatici gebruikt.

  Print Gedragscode
     
 

©Delta Quality Products & Services, 2010